dinsdag 15 mei 2018

Paul de Wispelaere -- 16 mei 1991

Het verkoolde alfabet. Dagboek 1990-1991 van de Vlaamse schrijver Paul de Wispelaere (1928-2016) volgt gedurende een jaar met een soort zigzag-beweging het leven van de auteur, die er allerlei episoden en gebeurtenissen uit de actualiteit en het verleden associatief met elkaar in verbindt.

Mei 1991
Vanmiddag:
We liggen voor de eerste keer dit jaar samen naast elkaar in de zon, met onze rug in het nog zachte, verende gras. De bomen en de struiken, het vermiljoen van de Japanse kweeën, het lilarood van de ribes, de weelde van de roze appelbloesems sluiten ons af van de mensen of van wat dan ook. Niets beweegt, en we zouden ook geen enkel door mensen voortgebracht geluid kunnen dulden. We liggen als op pas geboren land. Natuurlijk is het huis daar ooit door mensenhanden gebouwd, maar dat lijkt niet zo. Het is alsof het vanzelf is opgerezen uit de aarde, uit de met veel zand en humus vermengde vruchtbare klei. En het gefladder van de vogels en het vederlichte, onhoorbare lopen van de katten om ons heen,, dat komt toch rechtstreeks uit de hand van God? Ilse is in slaap gevallen. Haar gezicht is stil als een bloem. Wat zijn slapende vrouwen mooi. Zij vertoeven in oeroude dromen van een man die hen beveiligt en bemint.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten