maandag 14 mei 2018

Klaartje de Zwarte-Walvisch -- 15 mei 1943

Klaartje de Zwarte-Walvisch (1911-1943) werd begin 1943 gevangen gezet in kamp Vught. Later werd ze overgebracht naar Westerbork , en ten slotte omgebracht in Sobibor. Van de eerste maanden van haar gevangenschap hield ze een dagboek bij.

Zat. 15 mei
Dag van de capitulatie. Dag van bittere rouw. Gisteren heb ik niet kunnen schrijven, omdat er weer te veel ellendigs gebeurd is. Elke dag gebeuren et ellendige dingen. Nooit eens wat goeds. Een paar dagen geleden ontbraken er in het Haftlingekamp twee mannen op het appel. Het hele kamp werd doorzocht en eindelijk werden ze gevonden in het Jodenlager. Ze waren zo oververmoeid dat ze in het magazijn in slaap gevallen en zodoende door de tijd heen waren geslapen. Deze mensen hebben zo een ongenadig pak slaag gekregen, dat het degenen die het gezien hebben nog lang zal heugen. Met de vuist zijn ze in het gezicht geslagen. Als er ooit eens een dag van vergelding komt, op hoe een manier moet die dan plaatsvinden? Elke dag worden we opnieuw gesard en komen er nieuwe reglementen.

Om vier uur moeten we opstaan en om kwart over vijf op appel zijn. De mannen stonden gisteravond van zes uur tot half elf op appel. Is het niet om radeloos te worden? En s morgens moesten ze weer vroeg aantreden. Elke dag moeten ze minstens anderhalf of twee uur staan. En als ze niet netjes staan, vallen er harde klappen! Er is een nieuw transport voor de Moerdijk uitgezocht. Maandag zullen ze vertrekken. Er gebeuren rare dingen in het kamp. Soms onverwacht midden op de dag moeten we plotseling aantreden. Het gebeurt dan wel dat we weer vergeten worden en dan treden we maar vanzelf weer af.

Vanmorgen moesten alle barakleidsters op de Kommandantur komen. Ze kregen alle een waarschuwing dat de barakken netter verzorgd moesten worden. Ze spreken van hygiëne. Met onze badhanddoeken weten we ons geen raad. Ons bed is linnenkast, provisiekast, klerenkast en weet ik veel wat nog meer. Hebben we iets nodig, dan moeten we het uit ons bed halen. Zelfs schoenen bewaren we in bed. Een paar dagen geleden kwam er plotseling een bevel dat bijna al onze kleren ingeleverd moeten worden. Alle winterjassen. Of we ze ooit terugzien, weten we niet. Elk van ons mag drie stel ondergoed hebben. Het duurt nota bene drie weken eer we de schone was terugkrijgen. We storen ons er niet aan en hebben zoveel als mogelijk is achtergehouden. Als ze ons snappen, hangen we allemaal. Maar bang zijn we niet meer. Ze kunnen ons alleen nog maar blij maken. Wat hebben we nog te verwachten? Op het ogenblik zijn de maatregelen ontzettend streng. Staat een man met zijn vrouw te spreken, en hij wordt betrapt, dan wordt hij voor straf naar de Moerdijk gestuurd. Daar wordt een militair object gemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten