woensdag 8 maart 2017

Coenraad Ruysch -- 8 maart 1676

• Coenraad Ruysch (1650-1731) begaf zich in 1674 samen met zijn neef Dirck van Hoogeveen op een grand tour van drie jaar. Hij hield van die reis een dagboek bij: Journaal van een reis naar Genève, Italië en Frankrijk [Transcriptie en editie: Alan Moss]. Het onderstaande fragment gaat over het traject Vicenza-Genève.


Sondach den 8en vertrock des morgens neef van Hoogheveen en de heer Hooghenhouck naer Genua, van waer neef van Hoogheveen naer Marseijlge [Marseille] wilde gaen en de heer Hooghenhouck naer Turin om de heer Smit en mij daer weder te vinden en gesaementlijck naer Geneve te reijsen. Wij hadden soo wat questie [gedoe] met onsen waert doen t' op een betaelen ginch, doch hij gaf seer koop [bond in] als hij sach dat Smit en ick mede verhuijst souden hebben. Naer den eeten gingen wij wat wandelen buyten en binnen de stadt en gingen daer naer pater Don Celso besoeken, die mij met veel civiliteyt ontfonch. Syn conventis een van de fraijste van Milan en leyt seer vermaekelijck, genaemt St. Vittorio. t' Selve is seer verre van ons logement, t' welck oorsaeck was dat wij seer dwaelende en scrikkelyck lanch liepen eer wij t' huijs kosten geraeken, brengende den donker met groote vermoeijtheid mede, alsoo wij half Milan plat hadden geloopen.

Maendach den 9en kreech ick een visite van de heer Settale des morgens omtrent ten 16 ueren. Hij bleef omtrent een uer bij mij en gaf mij t' secreet [geheim] van met een roer [vuurwapen] 300 passen te scieten dat anders hondert passen kan bereysen [afleggen]. Wij gingenvoor de middach noch watwandelen door de stadt en saegen een seer magnifyck paleys van den marchese [markies] Homodei [het Palazzo Manriquez-Omodei. De familie Omodei was een adellijke Milanese familie].
Naer den eeten quam de heer Settale mij wederom vinden en bracht mij een secreetvan t' Aurum Diaphereticum temaeken. [Ruysch beschrijft hier een alchimistisch middel, ook wel Mercuriuswater genoemd] Daer naer bracht hij ons in t' paleijs van den prince de Ligne, dat tamelijck wel gemeubleert is. t' Cabinet van de princes is extraordinaris fraij en vol costelijckheden, soo van scilderijen als cabinette, silver, veel costelyke steenen etc. t' Selve staet in een lange galerije. Wij saegen noch een kleyn ander camertie,daer seer scoone miniaturen waeren en excessive kostelyckheden van corael. Sooals wij van t' paleijs meijnde te gaen, wiert deheer Settale bij de princes geroepen, soo dat wij ons afsceyt van hem naemen om naer huys te gaen, doch hij seyde dat hij noch bij mij wilde koomen om den avont met praeten wat te passeeren, gelyck hij deedt. Eer wij op t' hof gingen, bracht hij ons noch in een winkel van cristal,daer wij admarabele dingen saegen. Desen avont maeckten wij accort [overeenkomst] met onse viturijn op Turijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten