dinsdag 23 september 2014

Clara Cornelia van Eijck -- 24 september 1790

• De Utrechtse Clara Cornelia van Eijck (1752-1810) hield tijdens haar ballingschap in Gent een dagboek bij.

Woensd. 22 sep.
Na mij gekleed te hebben ging ik de plaatz rond wandelen. Na den eeten gingen de heeren een tour rijden. Mevr. Liberher met mij wandelen. Wij kwaamen koud terug.
De heeren t'huiskoomende, gingen wij speelen. Ik had een vreeslijke hooftpijn en zag met blijdschap het ogenblik tegemoed dat na mijn bed konde gaan.

Dond. 23 sept.
De koude van gisternavond mij sterker bevangen hebbende als mij verbeelde, wierd ik met eene zwaare hooftpijn en misselijkheid wakker. Ik bleev laat te bed en kwam den geheelen dag niet buiten de deur. [...]

Vrijd. 24 sep.
Mijne onpasselijkheid was nog dezelve, dog het ontruste mij niet. De heeren na de vinkebaan zijnde, hervatte wij ons gesprek. Het beloofde wierd mij zoo ontwijfelbaar voorgesteld dat al waare ik een twijfelaar of ongelovige geweest, mij zoude hebben laaten overreeden. Ik was ten uitersten voldaan, ging na mijn kamer, herhaalde bij mijzelven al werkende het gehoorde en was recht vergenoegd. De vrinden passeerden hunne tijd met wandelen en schrijven, de vrouwen met haar werk en den avond als na gewoonte.

Zaterd. 25 sep.
Al weder niet beter, maar gekweld met koliekpijnen, welke mij wat begonnen te inquietteren. Niettegenstaande dezelve, wandelde ik eenige tijd om te zien of zulks eenige verandering geven wilde. Mijn vriend was naar de stad, dog kwam vroeg terug. Hij wist ons nietz bijzonders te vernaaien. Wij passeerden den dag en avond weltevreeden, dog ik bragt dezelve vrij pijnlijk door.

Zondag 26 sep.
Is het altijd groote postdag. Ik vervaardigde mijne brieven, omdat het zoo zijn moest, maar had er weinig lust toe, alzo rhabarber in had genoomen welke mij verder ziek maakt. Ik bleev den geheele dag in huis en ieder ging sijns weegs. Ondatie vertrok naar Brussel. Wij bragten den avond nochthans vrolijk door.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten