maandag 22 april 2024

Jeane Zwinkels • 23 april 1941

Jeane Zwinkels (1910-1984) woonde in Naaldwijk en hield van 1939-1945 een oorlogsdagboek bij.

Woensdag, 23 April '41.
Het is verleden week heel beweeglijk geweest aan de fronten in de Balkan. Joego Slavië heeft gekappaluteerd op de bergtroepen na. De Grieken vochten nog door. Het is vreselijk om er aan te denken hoeveel D. er sneuvelen. Ze schijnen een meter hoog te liggen, waar dan de tanks overheen gaan en waar ze zelfs dekking achter hun lijken hebben. Koning Peter is met z'n regering naar Jaruzalem vertrokken. Onderweg is getracht om hem evenals zijn vader nog in het vliegtuig te vermoorden, slechts 1 minister is gedood. Vanmorgen hebben ook de Grieken gekappaluteerd waar ze alleen vochten, waar de Britten ook strijden geven ze het nog niet op. Koning George en de regering hebben zich gevestigd op het eiland Kreta. Hitler wil Rusland ook wel hebben. Ik hoorde vertellen dat ze hier sporen maken op smalle rails, die passen in Rusland. Donderdag zijn er weer bommen gevallen op 's Gravenzande bij een tuinder die ze in Oct ook al gehad heeft, het warenhuis verzet, zou sla gaan snijen, leg weer net in de puin. Zondagavond zijn er veel vliegtuigen over gekomen, op Hitlers verjaardag en 's morgens 5 uur hoorde ook wij de projectielen fluiten, in de polder op de Heul zijn bommen gevallen en ook in Delft. Verleden week fietsten de stad voorbij met aardappen daar was een groot gebrek aan. Maandag is Jo jarig geweest, daar hebben we nog eens echt gefeest. Mr. Goseling is in een D. concentratiekamp aan hartverlamming z.g. gestorfen. Hij is uit een retraite weggehaald en heeft z'n vrouw nooit meer gezien. Hij wordt als een martelaar beschouwd.

Dinsdag 29 April '41.
Het wordt steeds rumoeriger, gebrek aan eten en sabotage. Ze hebben in 14 dagen tijd 5 keer de tram uit de rails laten lopen, de laatste keer vlak voor ons huis 's avonds 10 uur een lange trein met 2 locomotiefs ervoor. Natuurlijk werk van de N.S.B. W e mogen niet meer op de rails komen. Zaterdagavond zijn 3 veilingen in brand gestoken. Zwartendijk is de kistenloods afgebrand. Poeldijk en Loosduinen tijdig geblust. …………….. ons N.S.B. raadslid en …………… zijn gehaald, pracht daders. Vrijdag is ……………. vertrokken en …………. al eerder, die moeten naar D. komen, ze zeggen naar het front. Toen ik gister naar Den Haag ging, kwam aan de rolpaal, Vader en zoon Valster in uniform met koffers in de bus ook weg. Gistermiddag hebben verscheidenen gezien dat een E. vliegtuig uit de wolken tot vlak boven 4 boten aan de Hoek dook bombardeerde en mitrieurde, 2 zonken direct en 2 gingen in brand. Op Monster moesten ze Maandag een half uur na zonsondergang binnen zijn, we dachten eerst het hele Westland, maar dat viel mee, in verband met sabotage. Vandaag hebben ze aan de Hoefkade 2 groentenwinkels geplunderd en de zaak van Hus aan de Prinsegracht. Op 't ogenblik gaat D. vooruit. Wat zullen we nog meemaken?


zondag 21 april 2024

Mensje van Keulen • 22 april 1977

Mensje van Keulen (1946) is schrijver. Uit: Alles raak (2023).

22 april
Lon [echtgenoot] komt straks. Ik ben er nerveus door. Een van zijn lievelingskostjes staat, voor driekwart al bereid, in de keuken klaar. Indische ingrediënten vinden in Goes, nee, daar had ik me ook beter niet te veel van moeten voorstellen.
Zo-even een harde tik op de deur en daar stond weer de dochter van de chirurg met vijf verse eitjes. Zelden heb ik zo'n gezond gezicht gezien. Ik zit hier te kleumen met de verwarming hoog, hoestend van de sigaren, en dat meisje komt even op de fiets (ik schat windkracht 8) zonder handschoenen. Het is koud! De oosterse en aangrenzende kamer, die beide nogal klein zijn, zijn nauwelijks warm te krijgen. Het spiraalkacheltje, dat al een paar uur aan staat, verhoogt de temperatuur hooguit een graad of twee.
Vannacht nauwelijks geslapen door al het geklepper en gebonk. Wel wat gewerkt, ik ben er niet ontevreden over, helaas kan ik er zondagavond pas mee doorgaan.

Maandag
Het weekend was een aansluitend 'bezig zijn'. Bezig met eten, praten, uit rijden gaan (Veere, Vrouwenpolder), mopperen op het weer, huishoudelijke mededelingen, wel dan niet goed slapen, meer was het niet en het was ongemakkelijk. En dan ineens ruzie om niets. Hij verweet me betutteling, overviel me daar zo mee dat ik het in de keuken ben gaan uitsnikken. Het excuus voor zijn uitval bleek de anderhalve dag ergernis die hij had gehad over de zoon van Tineke, die hij schandelijk verwend noemde.
Hij heeft Hollands Diep achtergelaten. Maarten 't Hart siert de cover met twee wulpse meiden aan zijn zijde. In het stuk zegt hij van kille vertrekken te houden en gezelligheid te mijden.
Nu nergens meer aan denken en aan de slag. Misschien dat in deze twee dagen het verhaal, alsjeblieft, afkomt. Eerst nog wat lezen. Nee, nu, nee, straks, nee. Wat koffie. Wat sigaar.

zaterdag 20 april 2024

Constantijn Huygens • 21 april 1692

Constantijn Huygens jr. (1628-1697) was een Nederlandse staatsman. Hij was daarnaast bekend om zijn werk aan wetenschappelijke instrumenten en als kroniekschrijver van zijn tijd.

21 Woensd.
Smergens vroeg, omtrent 5 ueren, wacker wordende, was heet, en̅ int sluymeren daernae kreegh een draeyingh in mijn hooft, soo dat, mijn oogen open doende, mij dacht dat het bed op sijn zijde lagh. Duerde maer een oogenblick.
Smergens daernae was de Bailluw van ter Goes, Eversdijck genaemt, bij mij.
De meydt van Ingenoul, Arriaentje genaemt, seyde, dat Ingenouls meyssens al het drinckgeldt, dat kregen, aen̅ vrouw mosten geven.
De Con. [koning] quaem te vier ueren naermidd. van̅ hasejacht, en had er geen gekregen.
Betaelde het peerdt, dat van Wolfraedt gekocht hadde voor 23 guinys, gaf 10 of 11 gulden aen Root, die 't mij opgedaen had, en̅ halstergeldt aen een palfrenier [koetsknecht].
De Wilde quam mij segghen, dat Bidloo, de poeet, gevangen geset was bij 't Hof, hebbende [zin niet afgemaakt]
De jicht, die dese voorgaende daghen gevoelt hadde, gingh over, met dat het weder begon sacht te worden.

Anthony Duyck • 20 april 1593

Antonie Duyck (1560-1629) was vanaf 1621 raadpensionaris van Holland. In 1593 was hij advocaat-fiscaal van de Raad van State en hield in die functie een journaal bij waarin hij verslag deed van de militaire campagnes van prins Maurits.

[Den xxen Aprilis]
Den xxen Aprilis was het schoen weder ende vertrock Sijne Excellentie vrouch vuytet leger naer Rotterdam omme aldaer adieu te nemen aende Graevinne van Swartsenborch sijn moeye ende aen Jonckvrou Louyse sijn halve suster, die mette Princesse ende d’andere susters te desen daege tot Dort commen souden om gelijcke saecken, want sij van meyninge waeren haer reyse aen te nemen naer Duytslant, soe men seyde om te consummeren thuwelijck vanden jongen Palsgraeve mette voors. Jonckvrou Louyse. Ten selven daege quam in tleger den Graeve van Solms, dan arriverende soe Sijn Excellentie wilde vertrecken is mette selve Sijn Excellentie ende Graeff Philps mede naer Rotterdam getoogen. Te desen daege werde een groot deel vanden wal in tsuyden van tquartier van Sijne Excellentie met haer behoirlijcke dickte, hoochte ende parapet opgelevert als volmaeckt ende de reste naer bijgebracht, werde mede seer gearbeyt in tquartier van Raemsdonck soe aende trancheen als schantskens aldaer. Men ginck mede voort metten wech door tlege lant, welcke mits de marasicheyt van tlant langsaem werck viel. Men schoot mede altemet eens op de stadt. Dvoors. 4 vaenen ruyteren op gisteren van Bergen op den Zoem gecommen ende bescreven sijnde om de Graevinnen voors. naer Duytslant te convoyeren, verstaende dat de resolutie verandert was ende dat se tscheep over Breemen wilden reysen, sijn gaen logeren boven Cappelle langes heen in de Langestraete. Des avonts quam Sijn Extie mette Princesse ende d’andere Graevinnen logeren tot Dordrecht, om soe voerts te commen naer Breda. Des nachts werden 2 halve canons in een ponte voorbij de stadt langes het waeter opgebracht tot aen tschantsken, leggende op den Stelhoffsen dijck, dat vanden viant verovert was, omme in tselve schantsken gebracht te werden, daernaer dat den viant dapper schoot, sonder nochtans merckelijcke schaede te doen, daer tegens de onsen weder ettelijcke maelen oick met geschut schooten. Noch werde de approche in t’noortwesten versterckt.

donderdag 18 april 2024

Marc Heemels • 19 april 2005

• Marc Heemels, priester van het Bisdom Roermond en regelmatig voorganger in de Kerk van de Friezen, hield op verzoek van NRC een week lang een dagboek bij.

Dinsdag, 19 april

“A me sembra bianca!” roept de verslaggever op tv, tegen twaalf uur. Maar de klokken blijven zwijgen…Wat wit lijkt is toch weer zwart. De kardinalen zijn er nog niet uit en trekken zich terug voor de pranzo, het middagmaal. Vanavond ga ik zeker weer kijken.

Ik heb net de Mis gevierd als collega Lambert Hendriks de trap af komt stormen: “witte rook!” Ik haal mijn jas en we springen op de fiets. Bij onze buren, het Pools College, komt een hele stoet priesters naar buiten, mobiele telefoons in de hand. Ook zij zijn op weg naar het Sint Pietersplein. We gooien de fiets neer bij de Friezenkerk en weten door te dringen tot halverwege het plein. Marc Hooyschuur belt dat hij in een taxi onderweg is. Hij had nog les, en hoewel mensen in de klas meldden dat er een nieuwe paus zat aan te komen ging de eerwaarde heer professor gewoon nog ijskoud 10 minuten door met lesgeven. Ik zie mijn vroegere Hebreeuws docent staan. Hij had niet veel op met de vorige paus, die hij theologisch veel te conservatief vond. Ook al die Polen hier in Rome mochten van hem op de trein terug naar huis worden gezet. Zal hij blij zijn met de nieuwe paus? Om kwart voor zeven is het dan zover; “Habemus Papam!” Een enorm gejuich stijgt op. Hier wordt in een klap duidelijk; het maakt niet uit wie de nieuwe paus wordt. Elke paus is goed want door God gegeven. Dat is het geloof van de meeste mensen hier aanwezig. Als de naam Joseph Ratzinger wordt genoemd opnieuw enorm gejuich: “evviva il Papa!” Papa Benedetto. Dankbaar ontvangen we zijn eerste zegen. Mensen roepen en zingen: “Benedetto, Benedetto!” Wat zijn Italianen toch een ongelooflijk volk! Zonder veel moeite sluiten ze deze nieuwe paus in hun hart, geen Italiaan, maar een Duitser. We worstelen ons terug richting Friezenkerk. Ik kom een studiegenote tegen. “I am not happy” fluistert ze me toe. Bij de Friezenkerk ontmoeten we de sympathieke pater Tiemen Brouwer. Hij lacht. We geven een paar interviews voor de radio: “de kardinalen hebben gekozen voor continuïteit" zeg ik. De kardinalen hebben Ratzinger gekozen, niet omdat hij een akelige hardliner of grootinquisiteur zou zijn, maar vanwege zijn diepe geloof en grote intelligentie. Bovendien is hij heel plezierig in de omgang. Het komt wel goed met deze paus Benedictus. Dat geloof ik, en hoor ik overal om me heen. De jonge Nederlandse zuster Anima komt voorbij. Ze straalt en steekt haar duim omhoog. We gaan een pizza eten. Als eerbetoon aan de nieuwe paus neem ik een pizza con Speck en een pot bier. Paus Benedictus is tenslotte een Beier.

woensdag 17 april 2024

Lawrence Van Alstyne • 18 april 1864

Oorlogsdagboek 1862-1864 uit de Amerikaanse burgeroorlog door Lawrence Van Alstyne, gepubliceerd in 1910.

April 18, 1864.
Monday. For pastime to-day. Lieutenant Dillon and I borrowed a skiff from one of the boats and explored the country along the river above here. We went ashore and looked for something to vary our diet of hard-tack and coffee. After dinner we moved our tents back into the woods, where we will have shade all the day long. Our duties are so laborious it is necessary to have a cool spot to work in. For exercise we run, jump, box, or do anything we can think of to keep up circulation. We have made the acquaintance of a stray mule and take turns letting him tumble us off over his head in the sand. He is gentle as can be, and lets us do anything with him except riding him beyond a certain distance. When he has gone far enough he gives a quick jump, stands on his head, and the thing is done.

dinsdag 16 april 2024

Anne Frank • 17 april 1944

Anne Frank (1929-1945) was een Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam.

Maandag, 17 April 1944

Lieve Kitty,
Geloof jij, dat vader en moeder het zouden goedkeuren, dat ik op een divan een jongen zit te zoenen, een jongen van 17½ en een meisje van haast 15? Ik geloof eigenlijk van niet, maar ik moet me in deze maar op mezelf verlaten. Het is zo rustig en veilig in zijn armen te liggen en te dromen, het is zo opwindend zijn wang tegen de mijne te voelen, het is zo heerlijk te weten, dat er iemand op me wacht. Maar, er is inderdaad een maar, want zal Peter het hierbij willen laten? Ik ben zijn belofte heus nog niet vergeten, maar ... hij is een jongen!

Ik weet zelf wel, dat ik er erg vroeg bij ben; nog geen 15 en al zo zelfstandig, dat is voor andere mensen wel een beetje onbegrijpelijk. Ik weet haast zeker dat Margot nooit een jongen een kus zou geven, zonder dat er ook sprake is van verloven of trouwen, maar zulke plannen hebben Peter noch ik. Ook moeder heeft vóór vader zeker geen man aangeraakt. Wat zouden mijn vriendinnen er van zeggen, als ze wisten dat ik in Peters armen lag met mijn hart op zijn borst, met mijn hoofd op zijn schouder, met zijn hoofd tegen het mijne!

O Anne, wat schandelijk; maar heus, ik vind het niet schandelijk, wij zitten hier afgesloten, afgesloten van de wereld, in angst en zorg de laatste tijd in het bijzonder, waarom zouden wij, die van elkaar houden, dan los van elkander blijven? Waarom zouden wij wachten, totdat wij de gepaste leeftijd hebben? Waarom zouden wij veel vragen?

Ik heb op me genomen om op mezelf te passen, hij zou me nooit verdriet of pijn willen doen, waarom zou ik dan niet doen wat mijn hart me ingeeft en ons beiden gelukkig maken? Toch geloof ik wel, Kitty, dat je een beetje van mijn twijfel merkt, ik denk dat het mijn eerlijkheid is, die tegen stiekemheid in opstand komt. Vind jij, dat het mijn plicht is vader te vertellen wat ik doe? Vind jij, dat ons geheim een derde ter ore moet komen? Veel van het fijne zou er afgaan, maar zou mijn binnenste daardoor rustig worden? Ik zal er met ‘hem’ over spreken.

O ja, ik wil met hem nog over zoveel spreken, want alleen elkaar te liefkozen, daar zie ik geen nut in. Om onze gedachten aan elkaar te vertellen, daar hoort veel vertrouwen toe, we zullen beiden zeker sterker worden in het besef van dit vertrouwen!

Je Anne.